Ten eerste: De vakbeoefenaar lijkt steeds meer losgezongen van een goede basis. Van stevige vakkennis en goed onderzoek naar de nieuwe werkelijkheid van het vak (de wereld gaat sneller dan de ontwikkelingen in het vakgebied). En hiermee het gemis aan het allerbelangrijkst voor een opleiding: Een‘body of knowledge’.
Ten tweede: Communicatie is losgezongen van de realiteit, van de vraag in de markt naar vakmensen op het brede terrein van communicatie. Of eigenlijk het gemis aan die vraag. Is de discipline wellicht zo breed geworden dat we het zicht op het vak en de markt kwijt zijn geraakt? We zijn ons bewust van de duizenden werkeloze communicatiespecialisten, ZZP’ers en anderszins en beseffen dat er jaarlijks honderden nieuwe communicatiestudenten in een markt stromen die er niet meer op wacht.
Onderbenutting van de communicatiediscipline
Fysici zoeken nooit naar het compromis, maar naar foute veronderstellingen, naar verkeerde overtuigingen en naar averechts werkende maatregelen. Naar de knelpunten en kantelpunten van een systeem.
Je kunt constant proberen de ‘waste’ van het vakgebied te reduceren, maar je kunt ook proberen de ‘flow’ te organiseren. En dat is een andere manier van denken.
Ik kan wat dat betreft best ‘rücksichtslos’ een analyse loslaten op ons vak. We onderbenutten het huidig systeem en de eindproducten (de studenten) hebben geen ‘fit’ met de markt. Het is dus van belang de schakels in het systeem te kennen. Want alleen dan kun je de performance en output van het onderwijs verhogen. Het is jammer dat de HBO’s en WO-opleidingen de kwaliteit missen om onderwijs en markt als geheel te zien. Als een samenspel van verschillende processen en ketens. En daarbij ook de samenhang tussen de diverse disciplines die het ‘vak’ behelzen: Marketingcommunicatie, communicatie, journalistiek, organisatie-communicatie, en alles wat je hierbij nog kan bedenken. Soms ben je journalist, dan ben organisatieadviseur, soms strateeg, dan weer social media-expert, soms onderzoeker, dan webbouwer, soms … dan … soms.
Stinkende wonden wegsnijden
Gemakkelijke oplossingen zijn er niet voor de overdosis aan kenniswerkers in Nederland. Een ‘cold turkey’ kan helpen. We kunnen de helft van de opleidingen sluiten, we kunnen een numerus fixus instellen, we kunnen de lat flink hoger leggen en de toelatingseisen verzwaren, en daarmee de kwaliteit van het communicatie-onderwijs, de docenten en daarmee het niveau van de studenten naar een excellent niveau brengen. We kunnen het vak internationaler of breder insteken (met verplichte vakken als Engels en business administration). We kunnen alle communicatie-achtige opleidingen laten integreren. Zat opties. Maar de belangrijkste vraag blijft. Een vak zal moeten aansluiten bij de huidige en toekomstige vraag. Van buiten naar binnen denken heet dat. Wat wil de (toekomstige) markt van het vak? Stop dus snel met de navelstaarderij. Met het creëren van communicatieclubjes en ouwe jongens krentenbroodje die elkaar de leukste (lees financieel de meest lucratieve) communicatieklussen toeschuiven.
Hoe het vak opnieuw te koppelen met de realiteit en de arbeidsmarkt van de toekomst?
Het opnieuw koppelen van de communicatie-arbeider met de vraag uit de markt heeft de hoogste prioriteit. Hiervoor kan een gekantelde beroepsorganisatie een hulpsysteem zijn bij vernieuwing. Als een omgekeerde piramide. Georganiseerd door een collectief van beroepsbeoefenaren, bottom-up i.p.v. top-down. Een beroepsorganisatie die verder gaat dan enkel een lobby- en kennisclub, zoals de huidige beroepsvereniging, pleegt te zijn. Daarbij gaat het niet over een beetje vitaliseren en optimaliseren, maar over heroriënteren en transformeren. Naar een nieuw model.
Raamwerk voor de transitie naar een nieuwe organisatievorm
Laten we starten met de zoektocht naar een raamwerk voor het beter organiseren van onze beroepsgroep. Daarbij zouden als eerste de waardesystemen gekanteld moeten worden, de systemen die door de huidige beroepsvereniging en overheid in stand worden gehouden. Kenmerkend is dat dit systeem uitgaat van beheersing, controle, stabiliteit, macht en belangen bij elkaar brengen. Het is een ondoordringbaar machtscomplex, een soort clan, waar behalve weinig aandacht is voor de ander, vooral de status van de beroepsbeoefenaar geldt (uiteraard is dit ietwat zwart/wit gesteld). De prikkels zijn niet intern gedreven maar liggen meer in het verlengde van egoïsme en zelfzuchtigheid. Dit deel van de beroepsgroep is opgericht om zichzelf te beschermen (en vooral het ‘werk’ en ‘klanten’) en is het zicht op de wereld kwijt.
We kunnen dit huidige ‘stabiele’ systeem kantelen door er gewoon een betere, organisatie naast te zetten. Eentje die past bij de flow van de moderne tijd. Daardoor wordt de veerkracht van het vastgeroeste systeem steeds minder en dat systeem daardoor steeds fragieler. Het oude systeem zal dan niet meer weten welke kant het uit moet. Uiteindelijk is een kleine verstoring voldoende om de omslag naar een nieuwe ‘toestand’ te bewerkstelligen. De fatale verstoring. Je ziet dat overal al gebeuren.
We gaan naar een fluïde en symbiotisch systeem (als je al van systeem kan spreken)
Wat zou die andere wereld van ons vak kunnen worden? De communicatiespecialist is zich allang bewust van nieuwe invalshoeken en de eigen tekortkomingen en bestaansonzekerheden. Op diverse plekken zie je dat er, mede door de mogelijkheid om virtueel samen te werken (part-ups), gezamenlijke leersituaties ontstaan. Er ontstaan zelforganisaties die regionaal of per vakdiscipline zijn geclusterd. Soms spontaan vanuit de chaos van de huidige diffuse wereld, maar meestal vanuit eigen energie en de natuurlijke weg. Deze zelforganisaties kunnen met elkaar blokkades wegnemen, de huidige dynamiek zien en uitgaan van de wil en wens van betekenis geven aan je vak, je baan en je leven. De nieuwe beroepsvereniging zou een fluïde organisatie kunnen worden die overal in Nederland groepen ondersteunt met collectieve ambities.
Netwerkorganisaties in stilte verbonden met het geheel. Strevend naar maatschappelijke waarde. Zelforganisaties die met elkaar coöperaties vormen rondom thema’s en beroepszekerheden. Vanuit een meesturend midden. Dat midden voornamelijk faciliterend. Het zijn deels pragmatische organisaties die constant afstemming vinden tussen persoonlijke en collectieve ambitie van de vakmens. Waar de binnenwereld met de buitenwereld in evenwicht zijn.
Kunnen we wel naar een symbiotisch systeem?
Kenmerken zijn afhankelijkheid, delen functioneren alsof ze één zijn. Het biedt wederzijdse voordelen. Zoals de vliegenzwam onder de berk, de heremietkreeft in de schelp, software testers met hun ontwikkelaars. Grote ondernemingen die gaan samenwerken met game-changers.
In dat laatste zie je vormen van co-creatie, ook wat betreft de zekerheden die fluïde netwerksystemen ook nodig hebben, gericht op diverse vormen van innovaties (ook sociale), en de opkomst van zelforganisatie bouwen rondom issues in plaats van disciplines, gericht op doorbraken en behoefte naar professionele ontwikkeling.
Wat we met elkaar kunnen creëren zijn leefvormen die overeenstemmen met de basisprincipes van de groep, waar ratio even belangrijk is als intuïtie. Het hogere doel omarmd wordt. Dat vergt een ander denken over de toekomst van de wereld en de rol van het vak communicatie.
Ik heb onderstaand symbool bedacht. Ik ben een beelddenker. Het gaat uit van de vier elementen. Ergens wil je het proces van de kanteling, en wat blijft vastleggen in een beeld. Zie het als een constante beweging. Een beweging met als basis van het symbiotisch principe, en wat is er niet mooier dan deze elementen die al eeuwen door kunstenaars is verbeeld: vuur, wind, water, aarde.
Die kanteling die ik voorzie heeft dus vier processen waaruit vier elementen (subsystemen ontstaan). Zie onderstaande afbeelding:
Geef een reactie